NLFR
Yachtman - Stuurbrevet - ICC - Marifonie - SRC/GMDSS

examen Yachtman    -    knelpunten

Het examen Yachtman behandelt een zeer uitgebreide leerstof. Teveel mensen nemen aan het examen deel zonder te beschikken over voldoende praktijkervaring. Een klassikale cursus moet aangevuld worden met praktijkopleiding of praktische vaarervaring.

Veel cursisten gaan ook te lichtzinnig over bepaalde onderwerpen van de leerstof. Het examen wordt afgenomen door verschillende examinatoren. Het is de taak van Altaïr Vaarschool om alle mogelijke leerstof aan te reiken en het belang ervan op het examen te benadrukken. Teveel cursisten vinden sommige vragen misschien niet boeiend of niet interessant. Dit is dan een beslissing van de cursist en niet van Altaïr! Het is de examinator die de vragen stelt. Je moet dus alles kennen.

Warning

Nu volgt een lijst met een aantal knelpunten die gevraagd worden. De lijst bevat niet de klassieke "domme flaters", maar wel de uitzonderingen en de zaken die bij het studeren nogal eens overgeslagen worden.

Reglementen

1) Ken alle verschillen tussen het Scheldereglement, het Belgisch Kustreglement en het Internationaal zee-aanvaringsreglement.

2) Ken ALLE lichten, én ALLE mistseinen en geluidsseinen.

3) Ken 5 code-vlaggen dieook in het Internationaal Zee-aanvaringsreglement voorkomen

4) Begrijp en besef het verschik tussen varend, vaartlopend en niet vaartlopend. Waarom? Moeten schepen (vaartuigen) dezelfde lichten tonen als ze vaartlopend en niet-vaartlopend zijn? Sommige wel (wvv, zeilvaartuig enz.) sommige niet (beperkt manoeuvreebaar vaartuig, onmanoeuvreerbaar vaartuig, vissersvaartuig enz.) Ken dan ook het verschil wat betreft de lichten!

5) Gebruik de exacte woordenschap zoals die voorkomt in het reglement. Zeg niet: een motorboot van rechts; zeg wel: een werktuiglijk voortbewogen vaartuig aan stuurboordzijde. Dit is niet moelijk. Maar wie kent er een "niet of weinig opvallend, zich gedeeltelijk onder water bevindend vaartuig of voorwerp dat wordt gesleept"? Ook zulke lange omschrijvingen moeten gekend zijn!

6) Iedere kandidaat krijgt enkele kaartjes (zwart met gekleurde bollekes) en moet antwoorden op een reeks vragen:

Wat zie je? Wat doet het andere vaartuig en wat doe jij? Welk mistsein kun je horen? Welk dagmerk kun je zien?

7) Er dreigt een aanvaring. Afwijken van voorrangsregels door goed zeemanschap. Als er toch een aanvaring komt... dan ben je in fout.

 

Weerkunde

1) Teken en interpreteer een frontale depressie op het ZUIDELIJK halfrond.

2) Wat is een psychrometer?

3) Bepaal de windkracht in een plaats aangeduid op een Bracknell weerkaart; dit met behulp van het kleine tabelletje in de linkerbovenhoek. zie "http://www.altairvaarschool.be/teksten_altairvaarschool/cursussen/correctie4_yachtman_stuurbrevet.htm"l

4) Op een weerkaart krijg je een occlusie te zien die naar beneden afwijkt (zuidelijk halfrond). Bespreek.

5) Met welke snelheid verplaatst een front zich boven land en boven zee?

6) Leer het weerbericht aflezen van een Navtex én vergeet de gale warnings niet!

7) Ken de Engelse woordenschap; zie " http://www.metoffice.gov.uk/weather/marine/guide/glossary.html"

8) Wat is het dauwpunt?

9) Bespreek de verschillende soorten wind, zoals: Mistral, Bora, Jugo enz.

10) Zeemist: Zeemist of zeevlam is plotseling van zee opkomende mist.

Mist ontstaat boven zee wanneer koude lucht over relatief warm zeewater stroomt of wanneer warme lucht in aanraking komt met een koude zee. In het voorjaar en het begin van de zomer kan bij aanvoer van warme lucht uit Zuid-Europa boven de koude Noordzee een uitgestrekt mistgebied ontstaan. Als de aflandige zuidoostelijke wind in Nederland niet sterk is gaat langs de kust in de loop van de middag een wind van zee waaien, zodat de mist landinwaarts drijft. Ook aan de oostkust van Groot-Brittannië komt zeemist vooral aan het einde van de lente en in het begin van de zomer vaak voor bij een aanlandige, oostelijke wind. De temperatuur van het Noordzee water is dan (veel) lager dan de luchttemperatuur, met als gevolg dat het pal aan de kust dagen mistig of bewolkt kan blijven, terwijl het 10 of 20 kilometer landinwaarts zonnig weer is.

Een andere soort mist boven zee wordt Arctische Zeerook genoemd. Dit is een mistsoort die ontstaat als zeer koude (vaak arctische) lucht boven relatief warm zeewater uitstroomt. Het is een ondiepe onstabiele mistsoort, die overkomt als damp. Vaak is van schepen alleen de brug te zien die "boven de mist vaart". Ook waar te nemen als koude lucht over een warm meer uitstroomt, bijvoorbeeld in berggebieden bij rustig weer in de avond.

11) Hoe verplaatsen depressies zich?

12) Bespreek de weersverschijnselen bij passage van fronten én van een occlusie.

13) Ken het begrip gribfiles: zie "http://www.tanscom.nl/grib.html".

 

Navigatie

1) Bepaal de diepte aan de hand van een "omgekeerde" getijkromme (zoals bv van Poole). Leer werken met Secondary Ports.

2) Getijde oefeninge op 2 manieren: regel van 12 én met getijkromme.

3) Bij het gegist bestek: EERST boot (of vaar) vector, DAN de stroomvector.

4) Ken de peiling met verzeiling: let op: eerst bootvector dan stroomvector.

5) Interpoleren tussen 2 stroomvectoren mag maar is niet nodig.

6) Navigatieoefeningen worden gegeven op bv 45 minuten (3/4 uur) of zelfs 54 minuten (9/10 uur). De meeste examinatoren willen dat je de vectoren ineens herleid naar die tijd; dus geen snelheden maar afstanden gebruiken.

7) Ken het begrip miswijzing.

8) Ken alle kaartsymbolen tot in detail. bv: Vanaf waar wordt de hoogte gemeten?

 

Betonning

1) Ken ALLE lichten van de boeien; zeker ook die nieuwe blauw-geel gestreepte.

2) Wat is het licht van een splitsingston?

3) Markeer op een plattegrond het hoofd- en nevenvaarwater met kardinale boeien.

4) Morse moet gekend zijn, want indien je op de radar een racon waarneemt moet je weten welke boei dat is. Morse is niet afgeschaft, enkel de telegrafie is afgeschaft.

5) Morse A = veilig vaarwater

6) Morse D = (delta) gevaar.

7) Wat betekent 2 witte schitters?

8) Voortdurende witte schitter. Wat is dat? Wat doet ge?

Zeemanschap/etiquette

1a) Ken uw MORSE: ALLES!!!

1b) Waarom moet u de morsecode nog kennen? Wegens de racon.

2) Ken uw vlagcode: ALLE letters

3) De Koning is overleden, hoe voert u de natievlag? Deze vraag kreeg iemand die bij het binnenkomen blufte over het feit dat hij alle vlaggen geleerd had én kende!

4) Hoe ga je reven?

5) Bespreek het manoeuvre "man overboord" volgens Boutakoff

6) Een vliegtuig cirkelt 3 maal rons je boot, zwaait vervolgens met zijn vleugels en vliegt in een bepaalde richting weg. Wat betekent dit? = in die richting bevindt zich een persoon in nood.

7) Er valt iemand overboord. Wat doe je eerst? Kijk naar de voorligging; er is immers niet altijd iemand aan dek om naar de drenkeling te wijzen. De drenkeling vind je in de omgekeerde richting terug.

8) Ken verschillende radarreflectoren: zie " http://www.holland-nautic.nl/files/pleziervaart/File/0803_Radarreflectoren1.pdf"

9) Er bestaan actieve radarreflectoren. Wat is het nadeel? Je weet het niet als hij het niet doet.

10) Ken alle soorten vlaggen.

11) Mag je alle vlaggen gebruiken bij de Grand Pavoi? Juliet niet, want lijkt op een natievlag.

12) Geef 5 noodseinen. Welke noodseien geef je vanuit een vlot?

13) Weet hoe je een lijn belegt op een klamp aan de wal.

14) Ken 10 (?) knopen.

 

Instrumenten

1) Ken het principe van de instrumenten én hoe je de fouten bepaalt.

2) Je gebruikt een oude kaart en een nieuwe gps. Is de chart datum juist ingesteld?

3) Ken de verschillende soorten LOG en hoe moet je ze callibreren.

4) Ken ook het druklog (buis van Pitot). Deze meet eerst snelheid, waaruit afstand wordt afgeleid. Een schroeflog geeft eerst afstand en hieruit wordt de snelheid bepaald.

5) Moet je een dieptemeter door de huid van een schip steken? Ja, bij een stalen schip.

6) Wat zit er in een vloeistofkompas; je moet enkele onderdelen kunnen benoemen.

7) Wat is een fluxgate kompas.

Elektronische kompassensor. Werkt door middel van een spoel. De kompasstand kan hierbij niet rechtstreeks worden afgelezen, daarvoor heeft men een elektronisch netwerk en een display nodig. Minder nauwkeurig dan een gyrokompas - wordt veel gebruikt op jachten, als onderdeel van stuurautomaten -> er is dus ook deviatie

8) Je koopt in Nieuw-Zeeland een kompas: wat is het probleem? Kan je dat hier zomaar gebruiken?

9) Veel voorkomende fout bij dieptemeter: bij achteruitslaan ontstaan er luchtbellen onder de romp.

10) Marifoon: ken de procedures en pas ook toe.

11) Je moet routes kunnen inbrengen in een gps.

12) Cursist moet weten dat hij best minstens 2 verschillende instrumenten gebruikt én dat hij ook nog gewoon buiten moet rondkijken.

13) Wat is het verband tussen het magnetisch moment en de vloeistof in een kompas.

14) Waarom is er een luchtbel in een kompas?

15) Hoe vangt ge de druk op in een kompas?

Manoeuvres

1) Hoe leg je aan bij hogerwal met 30 knopen wind en maar één bemanningslid (zonder afstappen)? Achteruit.

2) Hoe vaar je weg bij lagerwal met 30 knopen wind en maar één bemanningslid (zonder afstappen)? Voorspring.

3) Hoe laat je de boot stilligen ter plaatse bv in afwachting voor een sluis? Achterste in de wind en schroef gebruiken als virtueel meertouw.

4) Hoe aanleggen en/of vertrekken tussen 2 boten aan ponton op de Schelde aan Linkeroever? Stroming is belangrijker dan wind; dus eerst stroom doodvaren. Ontleed het probleem en handel stap voor stap.

5) Het is mooi weer zonder wind; waar leg je aan? Zorg ervoor dat je achteraf altijd gemakkelijk terug weg kunt.

Administratie

1) Bespreek de 2 soorten vlaggenbrieven en de documenten om ze te bekomen.

2) Je koopt een schip in Frankrijk (btw 18%) en brengt het naar België. Wat doe je?

3) Wie meedoet aan een wedstrijd moet de wedstrijdvlag voeren. Juiste procedure: buitenvaren met nationaliteitsvlag en pas op zee die weg en vervangen door de wedstrijdvlag.

4) Hoe hang je een vlag "halfstok" aan een vlaggenstok(je) die de lengte heeft als de hoogte van de vlag? Knoop in de vlag leggen.

5) Wat is een certificaat van deugdelijkheid.

Zeiltechniek

1) Reven: ga niet in de wind liggen (schoten slaan dan naar alle kanten of kunnen in het water komen) maar vaar scherp en ontlucht het grootzeil. Niet motor aanzetten.

2) Bespreek stabiliteit: zeilpunt, lateraal punt...

3) Onderdelen van het jacht: bespreek soorten zeilboten en tuigages.

4) De rolfok zit vast: wat doe je? schoten los en rondjes varen.

5) Het schip is loefgierig. Hoe verhelp je dat?

Met dank aan de examinatoren Yachtman, voor de hulp bij het opstellen van deze lijst.

Carlo Peetroons

Aanvullingen / 22 september 2010

Reglementen

8) Wat is het dagmerk van een luchtkussenvaartuig zonder waterverplaatsing? geen

9) Zeg niet "hoovercraft", maar luchtkussenvaartuig zonder waterverplaatsing

10) Waarom heeft een luchtkussen vaartuig zonder waterverplaatsing een geel flikkerlicht? Dit schip wordt scheef door de wind weggeblazen en kan zich als een krab verplaatsen.

11) Aan welke kant gaat een visser zijn netten binnenhalen? Benedenwinds

12) U ziet aan de haven van de Belgische kust: groen wit groen. Wat betekent dit? Er heeft een schip toestemming gekregen om de haven binnen te varen, je moet wachten tot het groen groen wit wordt. (deze versie is niet conform de wettekst, maar werd zo op het examen gesteld!)

13) Beneden Zeeschelde: 3 bollen: sleepboten: schrappen "niet in kiellinie" (pag 79; 3.09 schrappen "die niet in kiellinie varen")

14) aanvulling pag 49: niet-treiler toont nooit een achterste toplicht

 

Weerkunde

14) Bespreek de windevolutie tijdens passage van een cumulonimbus: zie boek weerkunde: buien.

 

Zeemanschap/etiquette

15) Grote Bevlagging: schrappen dag van de dynastie 15/11

16) Hoeveel liter water moet je voorzien aan boord per dag per persoon? 20, 30 of 40 liter?

17) Wat is de frequentie van kanaal 16? 156,8 MHz

18) Welk soort kanaal is dit? International kanaal.

19) Wanneer moet er radiostilte gehouden worden? 3 minuten na elk uur en halfuur

20) Hoe groot moet de Belgische nationale vlag zijn?

21) Wat is het verschil tussen mayday en panpan? mayday: boot én bemanning - panpan: boot of bemanning

 

Instrumenten

16) Uit wat bestaat kompasvloeistof?

Aanvullingen / 22 augustus 2011

Reglementen

15) 2 vaartuigen met beide diabolo's een elk een tango flag.

Ik wist dat dit treilvissers waren die in span vissen. Ik kende de lichtjes en de mistseinen, dus ik dacht OK goed zo. Toen: waarom voeren ze deze vlaggen?

Ehhh: omdat je er niet tussen mag omdat je dan in het net vaart.

! Maar meneer toch, die boten liggen honderden meters uitelkaar met een net dat ook enkele tientallen meters onder water zit. Gij met uwen diepgang van ocharme 2 meter... Dus je kan niet in dat net varen! Er zit een kabel tussen die twee schepen omdat die op een exacte afstand en hoogte van elkaar moeten blijven. Dus ge vaart tegen die kabel!

 

Zeemanschap/etiquette

22) Grote bevlagging (pavoiseren): het feit of je nu Juliet mag gebruiken of niet. Wij moeten opschrijven dat dit niet mocht omdat dit lijkt op een natievlag. Blijkbaar mag je in Argentinie geen juliet voeren, in andere landen wel.

23) Over de noodzaak van Morse. Ons werd steeds verteld dat dit nog nodig is omwille van de Racon boeien.

Morse en de International Code of Signals zijn uitermate belangrijk.

Met name de relatie tussen

Vlag met betekenins - letter - morse - "gepast signaal" - mistsein.

 

B = Dangerous goods = -... = mistsein voor sleep

C = Afirmatief = -.-. dit is dus ook het sein dat een oploper in nauw vaarwater de toelating geeft op optelopen

D = Danger / maneuvering with difficulty = -.. dit is het mist sein voor alle niet WVV's. (plus toepassing op RACON)

E = koers verandering naar stuurboord = . = geluidssein voor stuurboord koersverandering

H = loods aan boord = .... = bijkomend identificatie sein van een loodsvaatrtuig

I = koers verandering naar bakboord = .. = geluidssein voor stuurboord koersverandering

M = ik loop geen vaart door het water = -- = mistsein dat WVVs geven als ze geen vaart door het water lopen.

R = You may feel your way past me = .-. = mistsein als antwoord op het horen van een ander ship

S = I'm operating aster propulsion = ... = geluids sein voor achteruitslaan

U = you are running into danger = ..- = bijkomend mist sein dat een aan de grond zittend vaartuig moet geven als het een aankomend vaartuig hoort.